Weversplaats 83-21
bouwjaar: 1744
De huisvesting van de vele soldaten van het militair garnizoen legde een zware last op de stad en zijn inwoners. In de 17de en 18de eeuw werden de militairen gelegerd in barakken, maar ook ondergebracht bij burgers thuis. In 1740 besloot het stadsbestuur om op vier plaatsen in de stad nieuwe grote kazernes te bouwen: Aan de Tolbrugstraat (ter plaatse van Burg. Loeffplein/Arena, gesloopt), het Sint Jacobskerkhof (Bethaniestraat, naast oude Sint Jacobskerk-Reinier van Arkel, gesloopt), Berewoutstraat (zie hierna, bewaard gebleven) en de Mortel.
Het forse bakstenen gebouw dateert uit 1744 (zie gevelsteen) en heeft twee verdiepingen. De ramen zijn diep in de vensteropeningen geplaatst (diepe "neggemaat"). Om zoveel mogelijk licht te vangen zijn de "vensterneggen" en het omringende gevelmetselwerk witgeschilderd. Een vijftiental jaren geleden werd de kazerne verbouwd tot appartementencomplex, waarbij opnieuw een hoge kap op het gebouw is geplaatst in de vorm van de oorspronkelijke kap die door brand was verwoest in 1913 en sindsdien was vervangen door een plat dak.
Bron: Stadsarchief
~~~
Rond en een tijdje ná 1900 diende de Mortel nog als kazerne voor de cavalerie.
De Mortelsteeg die er langs liep, was tussen zonsondergang en zonsopgang afgesloten.
De straatnaam verwijst naar het landgoed 'De Mortel', dat al voor de stichting van de stad moet hebben bestaan.
Bron: Nieuwsbrief Bastion Oranje, 5 september 2001
~~~
Een goed voorbeeld van kazernebouw in de achttiende eeuw. Hij is evenals de Berewout-, St Jacob- en de Tolbrugkazerne in 1744 gebouwd en bood legering aan 840 man. Ook hier sliepen de manschappen in tweepersoons bedsteden De vorm van de ramen komt overeen met die van de St Jacob- en de Berewoutkazerne. Volgens de reglementen kregen zij per vier weken één stel schone lakens per bed en om de acht dagen één schone handdoek. De gehuwde militairen woonden met hun gezinnen in de stad.
Bron: *